Happel's nukken


Ernst Happel heeft vaak de kritiek gekregen dat hij een veel te groot onderscheid maakte tussen zijn vedetten en de mindere goden in het elftal.

Coen Moulijn, het natuurtalent van wie later Happel zei dat hij weltklasse had, vond het soms zelfs gênant te merken hoe hard hij kon zijn tegen spelers die niet met kop en schouders boven de rest uitstaken. Dan kon hij iemand in één gebaar of een paar woorden tot op het bot raken.

Theo van der Burch, toen niet de eerste de beste speler in het ADO van de jaren zestig, ondervond dat aan den lijve, toen Happel na een training diens voetbalschoenen afpakte en ze zonder iets te zeggen in de sloot gooide.
Toen Van der Burch verhaal ging halen bij Happel, zei hij: "Ik moet je schoenen wel in de sloot gooien, want als ik dat niet doe, kom je morgen weer."

Alleen de mannen voor wie hij een zwak had, leerden in de loop der tijd ook de andere kant van de ondoorgrondelijke Happel kennen. Toen Coen Moulijn vijftig jaar werd, stuurde Happel zijn Mercedes Sport rechtsreeks vanuit Hannover naar het stadhuis, om 'Coentje' in de Burgerzaal te feliciteren.

En toen Rob Vente in 1978 aan Happel vroeg welke tactische meestergedachte er achter de invalbeurt van Wim Suurbier in de WK-finale zat, zei Happel: "Nah jah, het was Willems laatste wedstrijd."


Michel van Egmond - Nooit meer juichen

vorige anekdote index anekdotes volgende anekdote


Me Likey! Sharennnn!