Als meisje werd ze eens gepest door een jongen die haar na schooltijd steeds stond op te wachten. "Waarschijnlijk vond ie me gewoon leuk, maar toen zag ik dat niet. Ik vond het heel erg beangstigend, dat pesten en treiteren. Hij was veel groter dan ik. Als ik hem zag staan, ging ik de andere kant op, een blokkie om. Nou liep ik al vroeg op hoge hakken, en toen dacht ik een keer: ik ga niet meer omlopen, we zullen eens kijken wat ervan komt. Dus ik liep met driftige stappen de hoek om en daar stond hij weer. Hij wou net gaan jennen, toen ik mijn schoen pakte en hem keihard met mijn hak, 'BOINK' op zijn hoofd sloeg. Zijn hele kop lag stuk en ik liep gewoon door.

En even later hing er dan weer iemand aan de deur, van 'Saskia heeft weer wat uitgehaald.' Als iemand me sloeg, zette ik ze op de motorkap. Dan rende mijn zusje jankend naar boven: 'Saskia maakt iemand dood!'

Ze wist haar driftige karaktertje in haar voordeel te gebruiken door op een sport te gaan die geknipt was voor haar: Thai-boksen. Ze mepte iedereen de ring uit. Begin jaren 80 werd ze zelfs wereldkampioene. "Tegen een Thaise. Ik had gezien dat dat meisje vlak voor de wedstrijd gewoon M&M's zat te eten. Vlak voor haar partij tegen mij! Ik kon haar wel wurgen. In de ring heb ik haar verschikkelijk aangepakt. Na afloop kreeg ik een hele mooie gordel, blits man! En mijn moeder en zusjes waren er natuurlijk, en mijn moeder janken, zo trots was ze op haar dochter. Prachtig toch."

Tijdens de verdediging van haar titel 4 maanden later tegen een Amerikaanse, betrapte ze zichzelf erop dat ze minder gemotiveerd was: "Iets hogers dan de wereldtitel is er niet, daarna kun je alleen maar omlaag. Ik twijfelde. Ik kreeg een klap in de tweede ronde en was zo dizzy dat ik een ronde later heb opgegeven. Ik had geen zin om me voor de mensen in de zaal mijn tanden uit mijn mond te laten slaan. Ik ben met wedstrijden gestopt, het was het moment ervoor."