Korte anekdotes:
Toen Willem van Hanegem nog voetbalde bij Velox, werd hij gescout door het Rotterdamse Sparta. Tot zes keer toe ging men naar hem kijken. Maar terwijl Willy van der Kuijlen, Willy Dullens, Jan Mulder en vele anderen gunstige rapporten kregen, werd 'De Kromme' afgewezen. "Te langzaam en puur links", was het strenge oordeel.
Rob Baan sprak ooit zijn selectie bij een toch nette club als Sparta in tamelijk krasse bewoordingen toe. Prompt werd het stuur van zijn auto ingesmeerd met massage-olie. Baan miste een afslag en knalde tegen een blinde muur.
Toen Piet Fransen met GVAV in het Feyenoord-stadion arriveerde, vroeg Eddy Treijtel hem of hij nog steeds yoghurt verkocht. Want Fransen had een melkhandel in Groningen.
Antwoord gaf Piet pas in de loop van de wedstrijd. Hij omspeelde twee Feyenoord-verdedigers plus keeper Treytel en scoorde. Terwijl Treytel verslagen op het veld lag, tikte Fransen hem even aan en zei: "Dit is nou m'n vlaflip."
Maarten de Vos en Freek de Jonge speelden in een veteranenelftal. Rond het veld liep een brede sloot. Toen de bal richting sloot ging, sprintte Freek er met al zijn energie achteraan, maar hij was te laat. Niettemin sprong hij in één beweging over de sloot, althans dat was de bedoeling. Hij kwam er middenin terecht. Hij zakte tot boven de knie in de modder. Hij gooide de bal terug, hees zich uit de blubber en klauterde de kant op. "Ik dacht even dat ik Jezus was."
Michel Platini, de fameuze Franse voetballer uit de jaren zeventig en tachtig, werd ooit afgekeurd voor topvoetbal omdat hij tijdens een lichamelijke keuring was flauwgevallen. Hij had zojuist tot vijfmaal toe een blaastest ondergaan. Het werd zwart voor z'n ogen en hij ging gestrekt. Gelukkig voor het voetbal kwam hij snel weer bij en werd bij de volgende test goedgekeurd.
Oud-international Berry van Aerle, destijds bij PSV, had ook te maken met trainer/coach Bobby Robson. "Wat heb je van hem geleerd, Berry?" was de vraag van een supporter. Antwoord van Berry: "Engels."
Voetballer van het Jaar Johnny Metgod verliet eens na de training het spelershome te Rotterdam met een stichtende toespraak in het kader van de team-building. Helaas voor Big John hadden speelsere geesten zijn lease-Opel ondertussen grondig verankerd met sneeuwkettingen, zodat hij bij het wegrijden niet alleen zijn motor opblies, maar ook de halve Kuip achter zich aan sleepte.
De soep die men in het trainingskamp van Oranje serveerde werd door Willem Suurbier eens op smaak gebracht met snotballetjes.
Kraay junior liet om zes uur 's ochtends een draaiorgel uitrukken teneinde zijn toenmalige trainer Simon Kistemaker, een aubade te laten brengen "Ter gelegenheid van je 100e verjaardag".
Adri van Tiggelen bezocht nooit interlands. "De eerste interland die ik zag was de eerste die ik zelf speelde."
Bij het Nederlands elftal baarde Wim Suurbier, de voormalige Ajax-speler, binnen en buiten de lijnen opzien. Toen Oranje na het glorieuze WK'78 op Soestdijk werd ontvangen, riep hij tegen de kleine Willem-Alexander: "Zeg maar tegen opoe dat we blijven eten."
En tot Prins Bernard sprak hij hoofdschuddend: "Hoogheid, hoogheid, ik ben met hier met Ajax een paar jaar geleden geweest, maar er is nog altijd niets aan het plafond gedaan, het bladdert nog steeds."
Een fraai verhaal dat in voetballand de ronde doet, maar in Limburgse kringen bevestigd noch ontkend wordt, is de bubbelbadstory over de langharige Engelse spits John Linford.
De speler van Fortuna Sittard zou ooit na een wedstrijd in het spelersbad zijn behoefte hebben gedaan. Op het moment dat de drol kwam bovendrijven, sprak Linford tot de collega's die naast hem in bad zaten de legendarische woorden: "Hey look, what a funny fish!"
Verschillende bronnen, o.a. Haagsche Courant, voetbalblad Elf, Voetbal Magazine, Algemeen Dagblad, "Had mij die bal dan gegeven!" van Herman Kuiphof en "De Internationals" van Matty Verkamman, Henri v.d. Steen en John Volkers.
Sharennnn!