Piet Bouwman


In de zomer van 1912 moest het Nederlands elftal in Stockholm aantreden voor de Olympische Spelen. De bronzen medaille van 1908 diende te worden verdedigd, hoewel er vooral een gebrek aan achterhoedespelers was. Sterspeler Bok de Korver kampte met een blessure en van de gangbare linksbacks konden John Heijning en Lou Otten niet meereizen naar Zweden.

Zodoende ontving de slechts negentienjarige Piet Bouman van secretaris Blöte van de Nederlandsch Elftal Commissie dit één-regelige briefje: "Namens de N.E.C. heb ik de eer U uit te nodigen deel uit te maken van de ploeg, welke speelt in Stockholm."

Op 26 juni 1912 viel een tweede brief in de bus: "Waarde Bouman. Hierbij Uw ticket Rotterdam-Stockholm en retour. Daar 't biljet vanaf Rotterdam loopt, neemt ge zelf een kaartje Dordrecht-Rotterdam en zorgt om 8.22 's avonds aan het Maasstation Rotterdam te zijn. Te Amersfoort stapt ge over in den sneltrein Amsterdam-Hamburg. Ge dient mede te nemen: een wit voetbalhemd, een witte voetbalbroek en een handdoek. Bovendien is het wenschelijk twee paar voetbalschoenen mede te nemen, voor nat en droog weer."

Zo gezegd, zo gedaan. In Amerfoort ontmoette Bouman een lange Indische jongen in de coupé, die zich voorstelde: "Goedenavond, mijn naam is David Wijnveldt. Ik ben de rechtsback."


'De Internationals' van Matty Verkamman, Henri v.d. Steen en John Volkers

vorige anekdote index anekdotes volgende anekdote


Me Likey! Sharennnn!