Herinneringen van Johan Cruijff
- "Piet Keizer - en denk nou niet meteen wat Pietje zegt voor mij zaligmakend is - maar Pietje is eigenlijk de eerste geweest die mij een beetje is gaan opvoeden. Gek hè, want we schelen in leeftijd slechts vier jaar. Piet is 24. Toen Piet 18 was speelde hij in het eerste. Ik was helemaal kapot van hem. We hadden Buckingham als trainer. Piet kwam als een raket omhoog. Als hij 's avonds aan het trainen was pikte ik z'n bromfiets en reed al z'n benzine op. Aan mijn oor sleepte hij me dan mee naar een benzinepomp. Moest ik weer helemaal teruglopen om thuis te komen."
(Het Vrije Volk, de voetbalkrant '67, augustus 1967)
- "Van mijn eerste voetbalgeld kocht ik een auto, een Mini. In het contract stond, dat je 's avonds voor een bepaalde tijd thuis moest zijn. Dan kwam er altijd iemand van Ajax controleren of de Mini dan wel voor de deur stond. Rinus Michels reed eens langs toen mijn broer met mijn auto weg was. Mijn moeder reageerde heel verontwaardigd toen hij aanbelde, want ik lag al op bed. Vanaf die dag was het een sport om de Mini ergens te parkeren en ongezien naar binnen te glippen, waardoor de spionnen van Ajax uren voor niets op de loer lagen."
(Voetbal Special, een speciale uitgave van Voetbal International, 1989, nummer 1)
- "Mijn broer Henny speelt bij het Amsterdamse A.F.C. en hij werd er een keer uitgestuurd, omdat hij een overtreding had begaan en de scheidsrechter hem wilde noteren in zijn boekje. Toen hij zei, dat zijn naam Cruijff was, geloofde de scheidsrechter hem niet en stuurde hem het veld uit, omdat hij dacht in de maling genomen te worden."
(Voetbal Plus, Hartevelt Sales Group, juli/augustus 1983) - "Bij Barcelona hadden we een kapel in de catacomben, voor iedere wedstrijd gingen beide elftallen daar bidden. Daar zag ik het nut niet van in. Er gingen twee elftallen bidden, maar er kan er slechts één winnen. Nee, met het voetbal heeft het niets te maken."
(Voetbal International, 15 november 1986, nummer 46)